Afspraak maken? +31 (0)6 5517 2842

Het allergiedagboek van Margreet

Het allergiedagboek van Margreet

De hele dag krabben en wrijven. Overal ruwe plekken. Margreet (38) had er genoeg van. Ze zou haar allergie eens grondig aanpakken.  Ze ging op dat ene, heel speciale dieet dat haar beloofde dat ze nooit, nooit meer last van die gekmakende eczeem zou hebben. 

Margreet (38): “Ik ben altijd allergisch geweest. In de wieg lag ik al te krabben. Ik was zo’n kind dat zes dagen in de week verkouden was en altijd wel ergens ruwe of opengekrabte plekken had. Mijn moeder liep de deur plat bij huisartsen en allergologen en elke keer werd ik opnieuw getest op zaken als huisstofmijt, pollen, grassen, katten, honden, paarden en wat al niet meer. En altijd weer bleek ik voor al die stoffen zeer gevoelig te zijn. Gelukkig waren er goede medicijnen. Als ik weer een aanval kreeg, konden inhalers en hormoonzalven de ergste reacties onderdrukken. Maar zeker in de puberteit droomde ik van een poezelig velletje dat door de jongens maar al te graag werd gestreeld  De realiteit was echter dat ik me ongelukkig en onzeker voelde over mijn huid. Soms had ik zo’n jeuk dat ik mijn hele gezicht openkrabte, om daarna aan mijn armen, benen of buik te beginnen. Een ellendige tijd. 

Naarmate ik volwassen werd, namen de allerheftigste klachten af. Zeker in de zomer waren er maanden dat ik nauwelijks last had. Maar er bleven ook periodes dat ik met benen en armen in het verband naar het werk ging omdat mijn huid er werkelijk verschrikkelijk uitzag. In het voor- en najaar, en in de periodes van stress, had ik het meest last. Gelukkig waren er dan altijd weer de tubes hormoonzalf waarmee ik mijn huid meestal op een redelijk aanvaardbaar niveau kon houden. 

Toen ik ging samenwonen richtte ik ons huis zo veel mogelijk allergenen-vrij in; houten vloeren, zeil, geen wollen kleden en natuurlijk: geen huisdieren,

Op mijn dertigste kreeg ik mijn eerste kind. De eerste drie maanden van de zwangerschap waren een hel. Onder invloed van de hormoonveranderingen in mijn lichaam kreeg ik jeukaanval na jeukaanval. En omdat ik bang was de baby te beschadigen, weigerde ik hormoonzalf te smeren. Gelukkig herstelde het hormoonevenwicht in mijn lichaam zich na zestien weken en beviel ik na negen maanden van onze eerste dochter, Ella. Een beeldschone achtponder met een huid zo gaaf als een perzik. Ik was trots als een pauw, want heimelijk was ik al die tijd bang geweest dat ik een kind met huidproblemen zou krijgen. 

Drie jaar later beviel ik van ons tweede kind. Een meisje dat we Anna noemden. Helaas was het lot ons ditmaal minder goed gezind. Na ongeveer een jaar begon ze te tobben met haar huidje. Ook zij had geregeld jeuk, krabte zich bij tijd en wijle helemaal open en op zulke momenten brak mijn hart. Tegen de tijd dat zij drie jaar was had ik alle reguliere en alternatieve artsen met haar afgelopen. Ik liet haar verschillende diëten volgen, zonder dat er duidelijke verbetering optrad. 

Langzaam verzoende ik me met het idee dat Anna, net als ik, haar hele leven geplaagd zou worden door jeuk.

Tot vorig jaar juni. In Top Santé stond een dossier over Verborgen allergieën. Lydia Boeken, de arts van de Amsterdam Kliniek die in het verhaal aan het woord kwam, vertelde dat verborgen voedselallergieën vaak verantwoordelijk zijn voor de huidklachten. Die verborgen allergieën zijn niet op te sporen met de gewone allergietest, die allergologen in het ziekenhuis uitvoeren. Ze zijn wel te vinden met behulp van de zogenaamde cytotoxische voedseltest die Boeken bij haar patiënten doet. Die test gaat als volgt: er wordt een buisje bloed afgenomen en in het laboratorium wordt het bloed in contact gebracht met allerlei voedselproducten. Onder de microscoop is te zien wat het effect is van die voedingsstoffen op de witte bloedcellen. Daaruit blijkt of de patiënt allergisch is voor een bepaald voedsel. Door steeds weer een ander voedselproduct bij het bloed te brengen wordt feilloos in kaart gebracht welke producten iemand wél en niet kan verdragen. Op basis van de uitslag van de test wordt een speciaal dieet vastgesteld. Producten waarop het lichaam extreem reageert mogen eens in de vier dagen worden gegeten. Na drie maanden dieet is een patiënt meestal flink opgeknapt. Omdat het lichaam rust heeft gehad, heeft het zich kunnen herstellen en zijn veel klachten verdwenen. Daarna kunnen eventuele overgebleven allergische reacties met injectie worden geneutraliseerd.

Persoonlijk had ik nooit gemerkt dat ik heftig op bepaalde voedselproducten reageerde, maar ik werd wel erg enthousiast na het lezen van het dossier. Stel je voor dat mijn dochter en ik allergisch waren voor iets waar we helemaal geen weet van hadden? Tomaten bijvoorbeeld. Of appels. Dan zouden we wellicht enorm kunnen opknappen als we die producten tijdelijk uit ons menu zouden schrappen. Ik besloot een afspraak te maken met dokter Lydia Boeken.

Het is juni, 1998. Op de afgesproken tijd komt dokter Lydia met uitgestoken hand naar me toe. Ik schat haar rond een jaar of veertig en ze ziet eruit alsof ze de hele dag wortels eet en kruidenthee drinkt. Blakend. Na een uitgebreid intakegesprek en een lichamelijk onderzoek wordt er bij mij en Anna een buisje bloed afgenomen. Over drie weken verwacht ze ons terug voor de uitslag. Voor ik wegga moet ik even langs de secretaresse om de rekening te betalen. Vijf minuten later ben ik twaalfhonderd piek armer: 2 x f 175,- voor het intakegesprek, 2 x f 424,- voor de bloedtesten. Als ik later op de dag bij mijn verzekeringsmaatschappij informeer, blijkt er amper iets van het bedrag vergoed te worden. De Amsterdam Kliniek van Lydia valt namelijk onder alternatieve geneeswijze.

Juli 1998. Vol goede moed stap ik de spreekkamer van Lydia binnen. “We hebben het een en ander gevonden, hoor” zegt ze monter. En dan presenteert ze me de uitslagen van de bloedtesten. Binnen tien minuten slaat mijn enthousiasme om in pure ontreddering. De resultaten zijn ronduit schokkend. Het gaat namelijk niet over iets eenvoudigs als tomaten en appels. Ikzelf blijk een sterke voedselallergie te hebben voor, houd je vast: ei, koemelk, geitenmelk, varkensvlees, tonijn, witte bonen, citroen, sinaasappel, aardbeien en pinda’s. En een middelmatige allergie voor: maïs, haver, kaas, yoghurt, haring, sardines, garnalen, kool, sperziebonen, erwten, tomaten, bananen, perzik, kokosnoot, hazelnoot, chocolade, thee, knoflook, bakkersgist, biergist en ve-tsin, Anna’s uitslag is nog dramatischer. Aan haar lijst komt helemaal geen einde. “Ik zie dat je flink schrikt,” zegt dokter Lydia. “Ik stel voor dat je de uitslagen mee naar huis neemt en ze eerst rustig laat bezinken. Bel me dan na de vakantie op wat je doet. Een ding staat vast: als jij of je dochter besluit het dieet te volgen, moet je er ook helemaal achter staan. Het is heel zwaar en het heeft geen effect als je gaat smokkelen.” Aangeslagen vervoeg ik me weer bij de secretaresse. Ik heb drie kwartier met Lydia gesproken à raison van f 55,- per vijftien minuten.

Augustus 1998. De allergrootste schok is verwerkt. Ergens in de afgelopen weken heb ik besloten dat ik in september, oktober en november ga proberen mijn dieet te volgen. Pas daarna besluit ik of ik ook Anna eraan zal onderwerpen. Haar lijst van verboden stoffen is namelijk zo groot, dat ik eerst zeker wil weten of deze aanpak ook werkelijk helpt. Wanneer dat zo is, zal ik daarna beter gemotiveerd zijn om het haar ook drie maanden op te leggen. Voorlopig zie ik dat niet zitten. Ze is vier, zit net op school, moet nog helemaal haar plekje vinden in de klas, en ik krijg het Spaans benauwd bij het idee dat ik haar op zo’n afschuwelijk dieet moet zetten waar ze a) niets van begrijpt en waardoor ze b) zo’n buitenbeentje wordt dat niets mag hebben op feestjes en partijtjes.

Het is wel grappig om te merken dat bij mij de ontreddering langzaam plaats gaat maken voor nieuwsgierigheid. Zou het me lukken drie maanden lang zo’n dieet te volgen? Ik die zo van lekker eten houdt en zichzelf zo slecht dingen kan ontzeggen? Ik begin het bijna als een uitdaging te zien. Maar voorlopig gaan we eerst twee weken naar een huisje in Frankrijk. Heerlijk ontspannen en uiteraard lekker eten. Franse kazen, croissantjes met roomboter en jam, stokbroden met paté… allemaal dingen die ik straks niet meer mag. De dagen voor we vertrekken zwerf ik urenlang door de reformwinkel en noteer ik welke alternatieven er allemaal zijn voor de producten die ik niet mag. Ik koop ook een basiskookboek voor mensen met voedselallergie. Daar ga ik me in de vakantie eens goed in verdiepen.

September 1998. Dinsdag 1 september ben ik begonnen met mijn dieet. Uit het kookboek heb ik geweldige alternatieven, tips en ideeën opgedaan en ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken. De enige dingen die ik verschrikkelijk zal missen zijn de toastjes Franse kaas bij de borrel en mijn dagelijkse bruine boterhammetjes met roomboter en oude kaas. Vanaf vandaag draag ik in een tasje het volgende basispakket mee: 1 pakje roggebrood, 1 pakje soya culinair, 1 rol rijstwafels en een paar appels voor de lekkere trek. Op aanraden van Lydia noteer ik in mijn agenda elke dag wat ik eet. Er zijn namelijk producten die ik eens in de vier dagen mag en het is ondoenlijk om te onthouden wat ik wanneer heb gegeten. En zo eet ik op mijn eerste dieetdag bij de lunch roggebrood met banaan en ‘s avonds kipfilet, gestoomde broccoli, aardappelen en een bakje yoghurt.

Op dag drie ontbijt ik met havermout bereid met soyamelk, zit er rosbief op mijn roggebrood en eet ik ‘s avonds rundertartaarjes met een rauwkostsalade en rijst. Na twee weken ben ik al drie kilo afgevallen. Mijn aanvankelijk zo positieve houding is niet meer zo heel positief. Ik sterk namelijk de hele dag van de honger. En ook ‘s nachts word ik wakker van mijn knorrende maag.De lijst van producten die ik onbeperkt mag eten lijkt wel behoorlijk lang, maar valt in de praktijk tegen. Ik mag veel soorten groente en fruit, maar op den duur wordt je erg melig van al die appels. Nu pas realiseer ik me wat een vreetzak ik eigenlijk ben en hoeveel dingen ik ongemerkt in mijn mond wil proppen. Na ruim twee weken zit ik tijdens de verjaardag van een collega huilend achter mijn bureau. Ik heb het gebakje moeten weigeren en voel me zielig. Die middag voeg ik aan mijn basispakket ook een zak cashewnoten en een bakje olijven toe. Zonder iets hartigs red ik het echt niet. 

Oktober 1998. Na zes weken ben ik eindelijk een beetje gewend aan mijn nieuwe manier van eten. Ik lijd niet meer elke dag honger en het feit dat ik ook nog elke week een pond afval en hartstikke slank word, geeft me een goed gevoel. Aan mijn huid merk ik overigens niet veel verandering. Ik heb nog steeds af en toe jeuk. Het roggebrood dat ik in het begin nog heerlijk vond, heb ik intussen ingeruild voor roggecrackers. Wat ik erg leuk vind is dat ik druiven mag. In de praktijk betekent dat dat er ‘s avonds een flesje witte wijn wordt opengemaakt. Ik mag wel oppassen dat ik geen alcoholiste word.

Er zijn momenten dat ik me hoogst ongemakkelijk voel met dit dieet. In een restaurant moet ik eerst uitgebreid met de kok overleggen voor ik aan tafel kan. En etentjes bij vrienden zijn een ware bezoeking. Niks geen heerlijke pasta’s, room of kaas. En ook geen uitgebreide desserts met ijs en slagroom.

Maar ik sla me er moedig doorheen. Tenslotte doe ik het voor een goede zaak. Als het bij mij werkt, kan ik Anna straks wellicht ook voor haar hele leven van de jeuk afhelpen.

Ik gebruik deze periode om eens te kijken wat Anna lekker zou vinden van de alternatieve producten die bij haar dieet horen. Helaas maakt mijn vierjarige het me niet makkelijk. Zo keert ze zich vol walging af van het boekweitbroodje zonder gist dat ik haar vrolijk aanbied. En gelijk heeft ze, het is ook niet te eten. Ze weigert mijn suikerloze sinaasappellollies, laat driekwart van de dure carobereep liggen, voor de haverkoeken met appel haalt ze haar neus op en van de tofuyoghurt met abrikozen moet ze kokhalzen. Langzaam begint bij mij de twijfel te rijzen. Moet ik haar straks kost wat kost op dieet zetten en dan maar hopen dat ze alle dingen waar ze nu van walgt, uiteindelijk toch gaat eten? Moet ik niet wachten tot ik het haar precies kan uitleggen? Is in haar geval de remedie niet erger dan de kwaal?

November 1998. Ik heb een afspraak met de assistente van Lydia Boeken. Een week daarvoor heb ik met haar afgesproken dat er bij mij wat schimmeltesten en een huissstofmijttest gedaan zullen worden om te kijken hoe mijn huid daarop reageert. Want ik mag me dan iets beter, gezonder en minder opgeblazen voelen, mijn huid is nog steeds niet bijzonder verbeterd. De schimmelpriktestjes laten weinig reactie zien. En dan krijg ik een kleine dosis huisstofmijt in mijn bovenarm gespoten. Een minuut later is mijn arm opgezwollen tot zeker drie maal de normale grootte. Verbijsterd kijk ik opzij. Zie je wel, ik heb helemaal geen verborgen voedselallergieën. Ik ben gewoon hartstikke allergisch voor huisstofmijt. En dat is bij Anna vast ook het probleem. Ons huis is dan wel gesaneerd, maar het kan altijd nog beter. Ik ga waterbedden kopen en anti-allergische kussens, ik haal alle kasten uit de kamers en ga nog beter schoonmaken. En ik stop met dit afschuwelijke dieet. Vandaag nog!

Ik betaal mijn rekening, 6 x 15 minuten à f 25, (assistenttarief) en rijd naar huis. ‘s Avonds overleg ik met mijn echtgenoot. Hij voelt wel wat voor mijn huisstofmijtredenatie maar hij vindt ook dat ik het die laatste weken net zo goed kan volhouden. Maar bij mij is de twijfel gezaaid. Ik heb trek in pasta met spek en room en parmezaanse kaas. Twee dagen later ga ik in een restaurant voor de bijl. Ik eet een bord pasta Carbonara en vergrijp me tijdens de koffie aan de chocoladeboontjes. Vervolgens zit ik de halve nacht op de wc met buikkramp. Het roer is om. Ik zondig. Ik eet steeds vaker producten van de ‘verboden lijst’. En … de jeuk neemt toe. Eerst heb ik het nog niet zo in de gaten, vervolgens probeer ik het te ontkennen maar na twee weken kan ik er niet meer omheen. Nu pas realiseer ik me hoe weinig ik de afgelopen tweeënhalve maand heb gekrabt. Nu zie ik pas hoeveel ruwe plekjes er weer op mijn huid verschijnen. Ik ben geschokt. Zou Boekens theorie over voedselallergieën dan toch kloppen?

Twee weken later heb ik een afspraak met Lydia. Ik biecht mijn zonden op. Ik vertel over de jeuk. Ze luistert, is meelevend, en hoewel het ook mijn verdorven geest kan zijn, lijkt het wel of ik in haar ogen iets zie wat op genoegdoening lijkt. Alsof ze denkt: zie je wel, mijn methode werkt echt!

Ach, denk ik bij mezelf, misschien had ik dit bewijs ook wel nodig om er echt voor honderd procent in te geloven. We spreken af dat ik in het nieuwe jaar, na de feestdagen, het dieet opnieuw ga volgen. Ik durf het bijna niet hardop te zeggen, maar ik kijk er naar uit. Ik wil nu eindelijk wel eens echt van mijn jeuk af. En over een paar jaar is Anna aan de beurt.