Afspraak maken? +31 (0)6 5517 2842

Relatie voeding-fibromyalgie

Relatie voeding-fibromyalgie

De relatie voeding-fibromyalgie, in het bijzonder de rol van zogenaamde verborgen voedselovergevoeligheden

Notulen lezing Grote Zaal Concordia te Woerden. Datum: zaterdag 24 mei 1997.

Spreker: Lydia S. Boeken, arts voor integrale geneeskunde, Amsterdam Kliniek, Amsterdam

Inleiding

Fibromyalgie, ook wel weke-delenreuma (of spierreuma) genoemd, is een chronische aandoening. Hoewel er inmiddels veel onderzoek is verricht, is het nog volstrekt onduidelijk wat de oorzaak/oorzaken precies zijn. 

Ik zeg dus ook niet het ultieme antwoord te weten. In de loop der jaren zijn mij echter een aantal dingen opgevallen die de benadering en de behandeling van fibromyalgie ten goede kunnen komen. Dit spitst zich vooral toe op het effect van voeding bij fibromyalgiepatiënten. 

Zoals dit voor iedere chronische aandoening geldt, is de rol van goede voeding zeer belangrijk. Allerlei vitamines, mineralen en enzymen die in onze voeding aanwezig zijn, leveren een belangrijke bijdrage aan onze gezondheid. Voor gezonde mensen dienen deze ervoor om het lichaam gezond te houden, voor zieke mensen des te meer om te helpen het lichaam weer gezond te krijgen. 

Wat precies “gezond” is, is een nogal breed begrip. In zijn algemeenheid is voeding gezond als het:

– vers wordt bereid (liefst zonder kunstmatige geur-, kleur- of smaakstoffen);

– vezelrijk is; · 

– er in verhouding meer eiwitten en minder vetten in zit.

Bij een aantal mensen blijken niet alleen deze algemene regels te gelden, maar speelt daarnaast ook een rol of ze al dan niet overgevoelig voor bepaalde producten zijn. Dit kan betekenen dat voedsel dat ogenschijnlijk heel gezond is (bv een volkoren boterham met kaas en tomaat), voor iemand die hiervoor overgevoelig is als gif kan werken. Kortom: wat in zijn algemeenheid gezond is, is nog niet voor iedereen goed. 

Voor ik verder op het thema van vandaag inga, zal ik u kort uitleggen hoe ik tot mijn behandelaanpak ben gekomen. 

Aanleiding was het ziektegeval van een goede vriend in de V.S., Nick. Nick was sinds jaar en dag piloot en was altijd heel gezond geweest. Rond zijn 50e begon hij ineens te kwakkelen. Hij werd steeds sneller vermoeid, maar wat hem nog het meeste kwelde waren de toenemende spier- en gewrichtspijnen waar hij steeds meer last van begon te krijgen. 

Nick ging naar zijn huisarts, omdat de pijnen zich steeds verdere uitbreidden naar handen, ellebogen en schouders. De huisarts kon echter niets vinden. Intussen werd het voor Nick steeds moeilijkheden zijn werkzaamheden te verrichten; de meest simpele handelingen als het omzetten van wand-schakelaartjes in de cockpit werden onmogelijk door de pijnen. 

De huisarts stuurde hem vervolgens door naar de reumatoloog. Uitgebreid onderzoek leverde echter niets op. Aangezien de arbeidsongeschiktheidsregelingen in de V.S. veel minder riant zijn dan in Nederland, voelde Nick zich genoodzaakt tot het uiterste door te blijven werken. Met pijn- en ontstekingsremmers hield hij zich op de been, maar het werd zachtjesaan een onhoudbare situatie. Ten einde raad kwam hij via-via bij een arts terecht die zich met name bezighield met voeding. Onderzoek wees uit dat hij aan voedselovergevoeligheden bleek te lijden. Ongelovig maar bereid om wat dan ook te proberen, volgde Nick enkele maanden een aangepast dieet, waarbij hij de “foute” producten geheel moest vermijden. Hij bleek namelijk op een aantal producten een zeer trage overgevoeligheidsreactie te hebben, zodat het hemzelf absoluut niet duidelijk was dat er een probleem in zijn voeding schuilde. 

Langzaam maar zeker begonnen zijn klachten af te nemen, en wel zo aanzienlijk dat hij na 3 maanden het gevoel had weer helemaal de oude te zijn. Nick kon het niet nalaten zijn reumatoloog nog een keer te bezoeken om bij hem verhaal te halen. De reumatoloog moest hem het antwoord schuldig blijven en wilde alleen kwijt dat hij niets in alternatieve behandelmethodes zag….. 

Ik was zo onder de indruk van Nick’s ervaringen dat ik besloot me uitgebreid in de rol van voedselovergevoeligheid bij ziekte te gaan verdiepen. Voor mij is het inmiddels duidelijk dat voedselovergevoeligheden, m.n. in de trage, verborgen versie, niet alleen bij fibromyalgie maar ook bij vele andere aandoeningen een rol kunnen spelen.

Wat is fibromyalgie nu precies? 

Bij de definitie van fibromyalgie spelen de volgende karakteristieken een belangrijke rol: 

– spierpijn en stijfheid (al dan niet met aanwezigheid van duidelijke tender points) 

– gewrichtspijn (punt 1 en 2 lopen vaak in elkaar over) 

– vermoeidheid (variërend van lichte vermoeidheid tot extreme uitputting) 

– maagdarmklachten (variërend van maagpijn tot darmkrampen en diarree) 

– hoofdpijn (variërend van lichte hoofd tot migraine) 

– angst, depressiviteit 

– in- en doorslaapstoornissen

Ik ben overigens van mening dat er een flinke overlap bestaat tussen fibromyalgie en een aantal andere chronische aandoeningen die de afgelopen jaren “in opgang” zijn. Meer dan eens vraag ik me af of fibromyalgie en aandoeningen als het chronisch vermoeidheidssyndroom (ME), postviraal syndroom en candida-syndroom gewoon geen verschillende benamingen voor dezelfde aandoening zijn 

Zo lijkt het erop dat bij de ene patiënt de spier- en gewrichtsklachten voorop staan, zodat deze patiënt “fibromyalgiepatiënt” wordt genoemd. Bij de ander staat de vermoeidheid voorop en wordt deze patiënt dus “ME-patiënt” genoemd, terwijl bij een derde de maagdarmklachten overheersen en deze patiënt als “candida-patiënt” wordt aangemerkt. Een vierde heeft zijn of haar klachten in aansluiting op een griep of virus gekregen en dus lijdt deze patiënt aan een postviraal syndroom. 

Voor mijn benaderingswijze maakt het in dit opzicht niet uit hoe het heet: in alle gevallen onderzoek ik vrijwel altijd als eerste de aanwezigheid van overgevoeligheden. 

Blijft het feit dat het voor patiënten vaak erg belangrijk is een naam aan een ziekte te kunnen geven. Zeker als het om de meer “ongrijpbare” aandoeningen gaat, geeft het enige erkenning als het beestje een naam heeft: want wat je kunt benoemen heeft veel sneller een bestaansrecht.

Allergie en overgevoeligheid

Gezien het thema van vandaag (de relatie voedselovergevoeligheden en fibromyalgie) is het misschien zinnig eerst iets dieper op de kreet “allergie” in te gaan. 

Officieel mag de term allergie alleen gebruikt worden indien er, als reactie op het eten van een bepaald product, zogenaamde IgE-antistoffen in het bloed verschijnen. Deze reacties treden over het algemeen binnen 24 uur op. 

Er bestaat echter een veel grotere groep patiënten die wel degelijk een reactie op een bepaald product heeft, echter IgE-antistoffen zijn in geen velden of wegen te bekennen. Deze reacties mogen dus eigenlijk niet “allergisch” worden genoemd. 

In het dagelijks spraakgebruik vind ik het zelf het gemakkelijkst om te spreken van “overgevoeligheid”, of er nu wel of geen IgE-antistoffen kunnen worden aangetoond. Hiermee wordt dus aangegeven dat er wel een reactie is, maar deze voldoet niet per se aan de officiële regels van “allergie”. 

En daarmee kom ik gelijk bij de kern van waar ik vandaag over wil spreken: de verborgen overgevoeligheden. Het woord “verborgen” zegt het eigenlijk al: de patiënt zelf heeft over het algemeen absoluut niet in de gaten dat hij/zij overgevoelig op een bepaald voedselproduct reageert. De voedselreacties kunnen allerlei klachten veroorzaken, in het geval van fibromyalgiepatiënten m.n. spier- en gewrichtspijnen. 

Een aantal punten zijn hierbij van belang:

– veel voedselreacties treden pas 2 tot 4 dagen na het eten van een bepaald product op; u begrijpt dat de meesten van ons zich amper kunnen herinneren wat ze 2 tot 4 dagen geleden gegeten hebben; 

– er zijn geen IgE-antistoffen aantoonbaar; bij tijd en wijle zijn er wel zogenaamde IgG- en IgG4-antistoffen (verwant aan IgE) aanwezig, doch zeker niet altijd; 

– er is vaak sprake is van kameleongedrag, d.w.z. dat verborgen overgevoelig-heden allerlei wisselende klachten en vormen kunnen aannemen; 

– tenslotte is het van belang zich te realiseren dat mensen over het algemeen overgevoelig worden voor producten die vaak en langdurig worden gegeten of gedronken. Met andere woorden: de gewone huis-, tuin- en keukenproducten als granen, zuivel, aardappelen, thee, peterselie en noem maar op. Het idee dat men alleen overgevoelig kan worden voor zaken als rode wijn, oude kaas of chocola is pure onzin en onderschat wat het lichaam allemaal kan. In principe kun je overgevoelig raken voor alles wat je maar eet of drinkt!

Klachten waarbij verborgen voedselovergevoeligheden een rol kunnen spelen zijn o.a.:

– maagdarmklachten (variërend van maagpijn tot spastische dikke darm tot ernstige darmaandoeningen als de ziekte van Crohn) 

– huidklachten (zoals acne bij volwassenen, jeuk, eczeem en netelroos) 

– gewrichts- en spierklachten (variërend van atypische klachten als fibromyalgie tot reumatische artritis) 

– hoofdpijn (in allerlei vormen, inclusief migraine) 

– chronische vermoeidheid 

– luchtwegaandoeningen (waaronder astma, chronische verkoudheid en bijholteproblemen) 

– premenstrueel syndroom/PMS (dit is de periode vlak voor de menstruatie, waarbij bepaalde vrouwen flinke lichamelijke en/of psychische klachten kunnen hebben) 

– hypoglycemie (te laag suikergehalte in het bloed; dit wordt vaak veroorzaakt door een voedselovergevoeligheid en kan o.a. psychische klachten veroorzaken) 

– depressies/angstaanvallen (voedselovergevoeligheden kunnen depressies en/of angstaanvallen veroorzaken of versterken) 

– slaapstoornissen

Diagnostiek

Voordat iemand voor behandeling in aanmerking komt, kijk ik altijd eerst of er geen gewone/reguliere medische problemen meespelen. Indien deze zijn uitgesloten, adviseer ik een voedseltest. 

Het grote probleem hierbij is de keuze van de test. De reguliere geneeskunde beschikt namelijk niet over adequate testmethoden om de eerdergenoemde trage voedselreacties aan te tonen. Ik krijg nogal wat mensen op mijn spreekuur die zeggen geen overgevoeligheden te hebben omdat er uit de ziekenhuistest niets kwam. U begrijpt dat mij dit niet zoveel zegt, omdat je door de verkeerde bril naar het probleem kijkt: een test die alleen snelle reacties kan aantonen, is per definitie ongeschikt om langzame reacties aan het licht te brengen. 

De ideale test die alle overgevoeligheden voor de volle 100% pakt, bestaat helaas (nog) niet. Tot op heden is wat mij betreft de zogenaamde cytotoxische test nog de meest bruikbare methode, met een betrouwbaarheid van 80 %.

De cytotoxische test

De test gaat als volgt in zijn werk: Er wordt een buisje bloed afgenomen, waarbij de patiënt tevens wordt verzocht een buisje met wat leidingwater van thuis voor onderzoek mee te nemen. Beide worden vervolgens opgestuurd naar een gespecialiseerd laboratorium in Engeland. 

Er wordt een basispakket van 76 voedselproducten getest, inclusief het eigen leidingwater. Hoe gek het ook klinkt: heel zelden is iemand overgevoelig voor zijn eigen water! 

De voedselreacties worden beoordeeld door steeds 1 druppel bloed samen te brengen met 1 druppel voedselconcentraat en onder de mikroscoop de reactie van specifieke witte bloedcellen (granulocyten) te bestuderen. Indien iemand geen reactie op een product heeft, zullen de granulocyten onveranderd te zien zijn. Al naar gelang er sprake is van een overgevoeligheid, zullen de granulocyten teken van irritatie vertonen. En de mate van irritatie is dan meteen een graadmeter voor de mate van overgevoeligheid.

De therapie

De basis van de behandeling bestaat uit het volgen van een aangepast dieet. Dit dieet dient 3 maanden te worden volgehouden. Binnen deze 3 maanden moet er resultaat te zien zijn, anders klopt de diagnose niet. Kortom: men krijgt vrij snel feedback voor de “moeite” van het houden van een dieet. Ik adviseer de meeste patiënten om bij het dieet voedingssupplementen (vitamines, mineralen, enzymen, etc.) te gebruiken om de afweer te ondersteunen en te voorkómen dat er, door het volgen van het dieet, tekorten optreden. De ervaring leert dat een groot aantal patiënten spontaan van zijn/haar overgevoeligheden afkomt, zolang ze maar enige tijd van bepaalde producten afblijven. 

Dat het niet altijd even gemakkelijk is om de 3 dieetmaanden op te brengen, moge duidelijk zijn. Want eten is veel meer dan alleen maar voedsel naar binnen werken. Eten is met name ook een sociaal gebeuren en dus heeft een dieet vaak aanzienlijke consequenties voor de betrokken patiënt. Zo wordt uit eten gaan vaak erg moeilijk. Daar staat tegenover dat, wanneer de moeite beloond wordt met het verminderen of verdwijnen van de klachten, het dieet des te gemakkelijker wordt volgehouden. Wanneer de 3 maanden erop zitten, wordt het dieet langzaam maar zeker uitgebreid. Er zijn dan 2 mogelijkheden: de opnieuw ingevoerde producten worden nu zonder problemen verdragen, of ze geven nog steeds problemen. 

In het laatste geval kunnen aanvullende behandelmethodes worden toegepast om de voedselovergevoeligheden alsnog kunstmatig aan te pakken. 

Aangezien de tijd het niet toelaat om hier lang op in te gaan, noem ik de 2 methoden die ik gebruik alleen kort:

– enzym-gepotentieerde desensibilisatie (EPD, waarbij injecties met een vaccin bestaande uit een combinatie van een voedsel- of inhalatiemengsel en het enzym betaglucuronidase worden gegeven; deze methode werkt over het algemeen langzaam doch pakt daarbij meerdere overgevoeligheden op hetzelfde moment aan) 

– provocatie/neutralisatiemethode (een andere injectiemethode die, in vergelijking tot EPD, heel snel werkt; daar staat tegenover dat de aanwezige overgevoeligheden stuk voor stuk moeten worden behandeld). 

Ik wil eigenlijk alleen maar aangeven dat, indien de overgevoeligheden niet spontaan verdwijnen, er altijd nog mogelijkheden zijn om met een ruggensteuntje van de overgevoeligheden af te komen. Het is dus zeker niet zo dat eens overgevoelig, altijd overgevoelig betekent. 

Patiëntenvoorbeelden

Ter afsluiting wil ik een paar patiënten de revue laten passeren, om u een beetje een indruk te geven hoe een behandeling kan verlopen. 

Patiënt 1:Rob

Rob was een 27-jaar-oude, wat gezette computerprogrammeur die tot een jaar of 10 geleden altijd goed gezond was geweest. Sindsdien had hij geleidelijk aan klachten ontwikkeld. Zo kreeg hij in eerste instantie last van hyperventilatie, reden waarom hij uiteindelijk in psychotherapie belandde. Verder ontwikkelde hij spier- en gewrichtspijnen, werd hij steeds vermoeider, kreeg hij last van hoofdpijn, moeite met doorslapen, was hij regelmatig misselijk en ontwikkelde hij forse acne (jeugdpuistjes). 

Afgezien van de mededeling dat alles toch wel psychisch was, had zijn huisarts hem verder weinig te bieden. Gewoon bloedonderzoek leverde immers geen bijzonderheden op en ook bij lichamelijk onderzoek konden er geen afwijkingen worden vastgesteld. 

Eenmaal op mijn spreekuur besloot ik een cytotoxische test te doen, aangezien zijn klachten verdacht waren voor voedselovergevoeligheden in samenhang met suikerspiegelschommelingen (hypoglycemie). Op basis van de uitslagen van de cytotoxische test werd Rob vervolgens voor een periode van 3 maanden op dieet gezet. Al snel deden zich tekenen van vooruitgang voor. Zo was hij na 1 maand beduidend minder moe, was ook zijn hyperventilatie spectaculair verminderd, evenals zijn hoofdpijn, slaapproblemen en misselijkheid. De spier- en gewrichtsklachten waren echter onveranderd aanwezig. 

Rob vervolgde het dieet en aan het eind van de 3e maand was Rob’s energienivo weer als vanouds goed, waren hyperventilatie, acne en hoofdpijn volledig verdwenen en kon hij weer normaal doorslapen. Verder waren zijn spier- en gewrichtsklachten weg. Ook was hij 10 kg in gewicht afgenomen, een plezierige bijkomstigheid van het dieet. Nogal wat mensen hebben namelijk moeite hun gewicht naar beneden te krijgen omdat ze, zonder dit te weten, producten eten waar ze eigenlijk overgevoelig voor zijn. Deze overgevoeligheden kunnen op hun beurt de stofwisseling dermate beïnvloeden dat veel voedingsproducten onvoldoende worden opgebrand. Gevolg: gewichtstoename. Door de gewraakte producten niet meer te eten, kan de stofwisseling op gang komen met als gevolg vaak spontaan gewichtsverlies, zonder calorieën tellen. 

Na een poging het dieet langzaam af te bouwen, stuitte Rob op de nodige problemen op, aangezien zijn overgevoeligheden hem nog flink parten bleken te spelen. Om deze reden is hij begonnen met EPD en dat lijkt goed te gaan. Hij is overigens inmiddels gestopt met zijn psychotherapie.

Patiënt 2: Laura 

Laura was een 63-jaar-oude huisvrouw die al 17 jaar kampte met spierpijn, soms gepaard gaande met gewrichtspijn. Daarnaast had ze last van extreme vermoeidheid, maagdarmproblemen (spastische dikke darm) en eczeem. Reguliere onderzoeken hadden ook bij haar niets opgeleverd. Ik besloot van ook een cytotoxische test te doen, waarbij een fors aantal overgevoeligheden aan het licht kwamen. Dieetaanpassing volgde hierop. 

Na de eerste dieetmaand waren haar spierpijnen dermate afgenomen dat ze voor het eerst in 17 jaar zelf haar ramen had gelapt. Ook had ze meer energie gekregen. Haar eczeem en darmklachten waren echter onveranderd aanwezig en verder had ze een enorme zoetbehoefte ontwikkeld. Dit laatste is vaak een teken van hypoglycemie en, zoals ik al eerder heb gezegd, komt dit zeer vaak voor bij patiënten met voedselovergevoeligheden. Na 3 maanden ging het op alle fronten steeds beter, maar haar klachten waren niet volledig weg. Tijdens een poging het dieet weer uit te breiden, ontwikkelde ze een forse terugval. Deze was te wijten aan nog steeds bestaande voedsel-overgevoeligheden die zich, na de 3 “rustmaanden” van het dieet, nog altijd niet hadden hersteld. Aangezien ze niets voor EPD voelde, ging ze terug op haar basisdieet waarna een snel herstel volgde. 

Enkele maanden later ervaarde ze opnieuw een terugval, terwijl ze niets aan haar dieet had veranderd. Het enige verschil was dat ze in de tussenliggende maanden was overgestapt van mineraalwater uit een glazen fles naar mineraalwater uit een plastic fles. Door weer terug te gaan naar glazen flessen, knapte ze binnen 1 week weer uitstekend op. M.a.w.: ze had een overgevoeligheid voor het plastic van de fles ontwikkeld! 

Gezien de uitgebreidheid en hardnekkigheid van haar overgevoeligheden, besloot ze uiteindelijk toch EPD te gaan doen. Op zich gaat dit goed, echter het eczeem blijft opvlammen. Mogelijk zit hier een andere chemische overgevoeligheid achter die ik nog niet heb kunnen achterhalen. 

Patiënt 3: Sophia

Sophia was een 43-jaar-oude huisvrouw die, sinds de bevalling van haar eerste kind 16 jaar geleden, klachten had ontwikkeld. De klachten bestonden in hoofdzaak uit spierpijn, af en toe gewrichtspijnen, vermoeidheid, maagdarmklachten (spastische dikke darm), hartkloppingen, doorslaapproblemen en een zogenaamde frozen shoulder (“vastzittende” schouder, een extreem pijnlijke aandoening waarbij de arm/schouder nauwelijks te gebruiken valt). 

Reguliere onderzoeken leverde niets op. Wel stond ze op de wachtlijst om het schoudergewricht operatief los te laten maken. Ik besloot een cytotoxische test bij haar te doen. Na de eerste dieetmaand was de spierpijn een tikkeltje minder, haar energienivo een tikkeltje beter, kon ze beter doorslapen, waren de hartkloppingen fors afgenomen en had ook de frozen shoulder zich voor een groot deel hersteld! Haar darmklachten bleven onveranderd aanwezig. 

De 2e dieetmaand leek geen succes: ze was vermoeider dan ooit en had flinke pijn in haar lichaam. Wel waren de darmen dit keer rustiger. Tijdens de 3e dieetmaand kwam hier verder weinig verandering in. Op het moment dat ze haar dieet mocht gaan uitbreiden stortte ze helemaal in en namen de klachten in heftigheid toe. Duidelijk was dat haar overgevoeligheden verre van genezen waren. Aangezien de frozen shoulder wel geheel was genezen, liet ze zich van de operatiewachtlijst schrappen. 

Sophia besloot ze meteen EPD te gaan doen. Ongeveer 6 maanden na het begin van deze behandeling merkte ze dat ze minder moe was, de pijn en darmproblemen waren echter nog altijd aanwezig. Pas na de 10e maand trad een duidelijke verbetering op, m.n. na een vakantieverblijf in Frankrijk. 

Ik wil hier nog even apart op ingaan. Het komt namelijk nogal eens voor dat mensen overgevoelig zijn voor schimmels in de lucht. In een vochtig klimaat als het onze is de schimmelconcentratie vele malen hoger dan in de warmere, drogere klimaten van het zuiden. Als mensen zich dus in Nederland slechter voelen dan wanneer ze ergens in een warmer, droger gebied zitten, is dit vaak een teken van een schimmelprobleem. Omdat ik dit vermoedde, besloot ik haar tevens, middels EPD, voor haar schimmelovergevoeligheid te behandelen. 

Langzaam maar zeker bleef de verbetering doorzetten. Ook recent (17 maanden na de start va de EPD) gaat het nog steeds goed voor wat betreft haar spierpijn, echter het energienivo is weer wat ingezakt. Ze vertelde daarbij dat ze opgemerkt heeft dat ze de laatste tijd veel last heeft van uitlaatgassen. Mogelijk spelen dus nu chemische overgevoeligheden bij haar een rol, die haar energienivo ondermijnen. Al met al blijft het dus afwachten wat deze patiënte betreft. 

Tot zover mijn verhaal. In zijn algemeenheid wil ik nog even kwijt dat deze behandelaanpak geen voodoo of tovenarij is. Omdat het probleem van voedsel- of andere overgevoeligheden nog niet voldoende door de reguliere geneeskunde wordt onderkend, betekent dit niet dat deze problemen niet bestaan. Het is vaak een kwestie van dingen willen herkennen, of in ieder geval bereid te zijn op een andere manier naar de dingen te kijken dan je gewend bent. Dit komt helaas onder reguliere artsen nog maar mondjesmaat voor. Het onderkennen en behandelen van overgevoeligheden kan overigens voorkómen dat menige patiënt bij de psycholoog of de psychiater terechtkomt, onder de noemer dat klachten als fibromyalgie allemaal tussen de oren zou zitten…… 

Selectie vragen

Wordt de cytotoxische test vergoed?

Er zijn ziekenfondsen, zoals het Ziekenfonds Amsterdam en Omstreken en Zorg en Zekerheid, die (tot een bepaald maximum) alles vergoeden, zolang er sprake is van een aanvullend pakket. Dit is niet overal zo. De ene maatschappij vergoedt wel, de ander niet. Dit geldt zowel voor het ziekenfonds als de particuliere verzekeraars. Het beste is om van tevoren contact op te nemen met de verzekeringsmaatschappij. De moeilijkheid voor verzekeringsmaatschappijen ligt vaak in het feit dat ze niet goed weten hoe ze de behandeling in een bepaalde categorie kunnen onderbrengen. De behandeling is namelijk niet in te delen in de groep acupunctuur, homeopathie, ect., maar valt onder de orthomoleculaire geneeskunde. Ik ben lid van het MBOG, de Maatschappij ter Bevordering van de Orthomoleculaire Geneeskunde, dus als de bewuste verzekering deze organisatie erkent, is er sprake van vergoeding. 

Wat vindt u van de behandeling via een allergoloog? 

Er is niets op tegen om eventueel eerst naar een allergoloog te gaan via een verwijzing van de huisarts. Hou er echter rekening mee dat de testmogelijkheden heel beperkt en vaak teleurstellend zijn. Menigeen komt op mijn spreekuur met de boodschap dat ze niet overgevoelig zijn omdat de allergoloog niets kon vinden. Dit zegt me niets, aangezien de reguliere testmethoden er eigenlijk niet voor geschikt zijn om verborgen overgevoeligheden boven water te krijgen.

Kan een dieet nieuwe overgevoeligheden veroorzaken? 

Dat risico zit er altijd in. E.e.a. wordt zoveel mogelijk beperkt door het dieet maar 3 maanden te laten duren en het na die 3 maanden weer af te bouwen. Daarnaast is het heel belangrijk om gedurende de 3 dieetmaanden zo gevarieerd mogelijk te eten. Eenzijdigheid werkt namelijk nieuwe overgevoeligheden in de hand. En ik heb het al eerder gezegd: het zijn met name de producten die iemand veel en vaak eet waar uiteindelijk de meeste problemen mee ontstaan. 

Waar wordt de behandeling gegeven?

Bij mij op de praktijk, de Amsterdam Kliniek. We zitten vlak in de buurt van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Zowel met de auto als het openbaar vervoer zijn we goed te bereiken. Er is volop parkeergelegenheid (inclusief 2 invalidenparkeerplaatsen vlak voor de deur) en de metro stopt op 30 seconden lopen van de ingang van de praktijk. We hebben een lift, dus ook voor rolstoelpatiënten zijn we goed toegankelijk. 

Wat is een eliminatiedieet?

Er zijn verschillende vormen van een eliminatiedieet. Zo is het cytotoxische-testdieet een zogenaamd eliminatie/rotatiedieet, waarbij de producten die heftige reacties veroorzaken een tijdlang geheel worden vermeden, terwijl andere producten maar eens in de zoveel dagen mogen worden gegeten. Een andere vorm is het eliminatiedieet dat niet op testresultaten wordt samengesteld. Hierbij worden er gedurende een bepaalde periode producten gegeten die de patiënt normaal gesproken nooit eet. Knapt de patiënt op, dan is hiermee dus bewezen dat er in zijn “oude” voeding problemen schuilen. Vervolgens gaat de patiënt stap voor stap zijn dieet uitbreiden om er zo achter te komen in welke producten te problemen schuilen. Deze methode is vrij arbeidsintensief, omdat je precies moet bijhouden wat je aan nieuwe producten invoert en goed moet opletten of deze klachten veroorzaken. Uit financieel oogpunt is het echter de goedkoopste methode, omdat er geen test voor gedaan hoeft te worden. 

Bij één van uw patiënten noemde u schimmels in de lucht als mogelijke oorzaak van problemen. Bestaat hier dan een behandeling voor? 

Jazeker, EPD bijvoorbeeld. Afgezien van het feit dat EPD goed te gebruiken is voor de behandeling van voedselovergevoeligheden, is het ook mogelijk om tegen schimmels of andere stoffen die in de lucht zitten (zoals pollen, gras, huisstofmijt, etc.) behandeld te worden. 

Is het mogelijk om de huisarts of andere artsen de cytotoxische test of EPD te laten doen? 

Beide zijn absoluut mogelijk. De cytotoxische test kan in principe door iedere arts gedaan worden, maar e.e.a. vergt nogal wat organisatie. Het bloed moet namelijk binnen 24 uur op het lab in Engeland zijn, en dus moet e.e.a. via een koerier binnen bepaalde tijden worden verzonden. In Nederland bestaat helaas geen laboratorium dat de test kan doen. Wat de EPD-behandeling betreft is het zo dat eerst een cursus over de toepassing van EPD moet worden gevolgd voordat het laboratorium dat het vaccin maakt (toevallig ook weer in Engeland) bereid is het vaccin te leveren. Geïnteresseerde artsen zullen dus eerst een reisje naar Engeland moeten maken! 

Wat is de naam van het laboratorium dat de cytotoxische test doet?

Het lab heet York Nutritional Laboratory. De test wordt, voor zover bekend, verder alleen in Italië gedaan. 

Kunt u uitleggen hoe de test precies in zijn werk gaat?

Allereerst wordt er een buisje bloed afgenomen op mijn praktijk. Dit buisje wordt, samen met een buisje leidingwater dat de patiënt van huis dient mee te nemen, opgestuurd naar Engeland. Heel zelden is er namelijk iemand overgevoelig voor zijn eigen water, dus dat testen we standaard. Het bloed komt de volgende ochtend in Engeland aan, waar het nog diezelfde dag wordt onderzocht. De uitslagen zijn gemiddeld met 1 week bekend. 

Ik dank u hartelijk voor u aandacht en hoop dat u iets aan deze middag hebt gehad.