Waar de Amsterdam Kliniek zich al vele jaren op focust is de relatie tussen een verborgen voedselovergevoeligheid en gewone klachten. Het blijkt dat veel klachten eigenlijk door een voedselovergevoeligheid (allergie en intolerantie) veroorzaakt worden, maar in hun algemeenheid niet als zodanig door de reguliere geneeskunde worden herkend. Zelfs luchtwegproblemen (astma, hooikoorts, chronische verkoudheid) kunnen het gevolg van een overgevoeligheid op één of meerdere voedselproducten zijn en dus niet per definitie op iets dat wordt ingeademd.
De Amsterdam Kliniek is ervan overtuigd dat het niet herkennen van bepaalde klachten te maken heeft met het feit dat de reactie op een voedselproduct pas na verloop van tijd kan opkomen. In tegenstelling tot een klassieke allergie waarbij reacties over het algemeen zeer snel na blootstelling aan iets dat gegeten of gedronken wordt, verschijnen. Deze reactie kan dan vaak op basis van een klassieke allergietest worden bevestigd.
Bij een verborgen voedselovergevoeligheid (intolerantie) kan het daarentegen soms dagen duren voordat een reactie merkbaar wordt. De lange tijd die er tussen zit, maskeert de oorzaak-en-gevolgrelatie tussen het gegeten product en de reactie hierop. Wat nog belangrijker is: de klassieke allergietest is van nul en generlei waarde om een intolerantie te kunnen aantonen.
Daarom werkt de Amsterdam Kliniek al vele jaren met de zogenaamde neutrofielentest. Voor deze test worden een aantal buisjes bloed afgenomen, waarna een druppel bloed van de patiënt met een druppel voedselconcentraat wordt samengebracht. Vervolgens worden in een aangepaste hematologie-analysator (apparaat dat bloedcellen kan onderzoeken) veranderingen van neutrofielen (specifiek soort witte bloedcel) gemeten d.m.v. gelijkstroom- en radiogolffrequenties. Veranderingen die binnen deze neutrofielen optreden, kunnen een zeer goede indicatie geven over de aanwezigheid van voedselintoleranties.